Les échantillons du sol, visés aux paragraphes 1 et 2, qui sont prélevés pour fixer respectivement la teneur en phosphore disponible pour les plantes ou la teneur en carbone organique dans une certaine année x, ne peuvent être pris que dans la période du 1 juin de l'année x-1 jusqu'au 31 mai de l'année x.
De bodemstalen, vermeld in paragraaf 1 en 2, die worden genomen om respectievelijk, het plantbeschikbare fosforgehalte of het gehalte aan organische koolstof in een bepaald jaar x vast te stellen, kunnen alleen worden genomen in de periode van 1 juni van het jaar x-1 tot en met 31 mei van het jaar x.