Lors d'une promotion hiérarchique aux grades de sergent, d'adjudant, de lieutenant, de major ou de colonel, le membre du personnel professionnel bénéficie de l'échelle du premier rang s'il bénéficiait dans son ancien grade d'une échelle de traitement d'un des deux premiers rangs; il bénéficie respectivement de l'échelle de traitement du deuxième ou du troisième rang selon qu'il bénéficiait dans son ancien grade d'une échelle de traitement du troisième ou du quatrième rang.
Bij een hiërarchische bevordering naar de graad van sergeant, adjudant, luitenant, majoor of kolonel, geniet het beroepspersoneelslid de weddeschaal van de eerste rang als hij in zijn vroegere graad een weddeschaal van de eerste twee rangen genoot; hij geniet respectievelijk de weddeschaal van de tweede of derde rang als hij in zijn vroegere graad een weddeschaal van de derde of de vierde rang genoot.