La Cour, qui est compétente pour exercer un contrôle direct au regard du principe d'égalité et de non-discrimination garanti par les articles 10 et 11 de la Constitution,
peut effectivement répondre à la question de savoir s'il y a en l'espèce une discrimination concernant le droit à un procès équitable, garanti par l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, dès lors que la
partie demanderesse devant le juge a quo fait valoir qu'elle ne bénéficie pas du droit à un débat contradictoire au sujet du caractère exécutoi
...[+++]re de la décision de justice à venir, en cas d'opposition ou d'appel.
Het Hof, dat bevoegd is om rechtstreeks te toetsen aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, vermag wel in te gaan op de vraag of er te dezen een discriminatie is inzake het recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, nu de eisende partij voor de verwijzende rechter aanklaagt dat zij niet het recht op tegenspraak heeft over de uitvoerbaarheid van de te nemen rechterlijke beslissing in geval van verzet of hoger beroep.