Cette coopération comprend aussi bien la coopération au sens large, c'est à dire liée à l'exercice par l'Office, de sa propre initiative et en toute indépendance, de ses pouvoirs d'enquête (voir ci-dessus sous 1.1.1 et 1.1.2) mais également la coopération entre les Etats membres et la Commission, que l'Office initie comme service de l'institution (article 280 paragraphe 3 du traité CE).
Deze samenwerking omvat zowel de samenwerking in brede zin, dus in verband met de uitoefening door het Bureau - op eigen initiatief en in volledige onafhankelijkheid - van zijn onderzoeksbevoegdheden (zie 1.1.1 en 1.1.2), maar ook de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie, waartoe het Bureau in zijn hoedanigheid van dienst van de instelling het initiatief neemt (artikel 280, lid 3 van het EG-Verdrag).