Monsieur Schulz, je vous dirai, du fond du cœur, une chose qu'il me plairait que l'on me dise : vous avez été un bon adversaire, c'est-à-dire un adversaire dur, toujours clair, catégorique, très souvent incommode, et il ne fait aucun doute que vous nous manquerez.
Ik wil van ganser harte tegen u zeggen wat anderen hopelijk ooit nog eens van mij zullen zeggen, mijnheer Schulz: u bent een waardige tegenstander geweest. Dat wil zeggen: een taaie tegenstander, die altijd duidelijk was, geen blad voor de mond nam en vaak lastig was, maar ook een die wij ongetwijfeld zullen missen.