1. Afin de vérifier le respect du chapitre III, l’autorité compétente d’un État membre réalise des contrôles documentaires et des contrôles d’identité au point d’entrée des voyageurs sur les animaux de compagnie qui font l’objet d’un mouvement non commercial à destination de cet État membre depuis un territoire ou un pays tiers autre que ceux répertoriés en vertu de l’article 13, paragraphe 1, et, le cas échéant, de l’article 15.
1. Teneinde te controleren of aan hoofdstuk III wordt voldaan wordt het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren naar een lidstaat uit een ander gebied of derde land dan die welke zijn opgenomen in de op grond van artikel 13, lid 1, en, indien van toepassing, artikel 15 vastgestelde lijst, op het punt van binnenkomst voor reizigers onderworpen aan documenten- en identiteitscontroles door de bevoegde autoriteit van een lidstaat.