4. Pour les cas autres que ceux qui sont visés au paragraphe 2, l'État d'exécution peut subordonner la reconnaissance et l'exécution de la décision de gel émise pour des raisons visées au paragraphe 1, point a), à la condition que les faits pour lesquels cette décision a été prononcée constituent une infraction au regard du droit de cet État, quels que soient les éléments constitutifs ou la qualification de celle-ci dans le droit de l'État d'émission.
4. Voor gevallen die niet onder lid 2 vallen, kan de tenuitvoerleggingsstaat de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing tot bevriezing die gegeven is voor de doeleinden bedoeld in lid 1, onder a), afhankelijk stellen van de voorwaarde dat de gedraging waarvoor de beslissing gegeven is, naar het recht van die staat een strafbaar feit vormt, ongeacht de bestanddelen ervan of de wijze waarop ze zijn omschreven in het recht van de beslissingsstaat.