Réponse : La cession visée aux articles 11 et 18, § 3, du Code de la TVA doit, en principe, comprendre tous les éléments de l'actif et du passif lorsque cette cession porte sur une universalité de biens ou, lorsqu'elle porte sur une branche d'activité, l'ensemble des éléments investis (meubles ou immeubles, corporels ou incorporels) qui forment une exploitation indépendante capable de fonctionner par ses propres moyens.
Antwoord : In beginsel moet de in de artikelen 11 en 18, § 3, van het BTW-Wetboek beoogde overdracht, alle elementen van het actief en het passief omvatten wanneer deze overdracht betrekking heeft op een algemeenheid van goederen, of wanneer het een bedrijfsafdeling betreft, het geheel van de geïnvesteerde elementen (roerend of onroerend, lichamelijk of onlichamelijk) die een onafhankelijke onderneming vormen die afzonderlijk door eigen middelen kan werken.