Ainsi, de nombreux pays, dont la Belgique, émettaient des pièces de faible valeur (par exemple 50 centimes, 1 peseta ou 1 pfennig dont la valeur est proche de 1 cent) si bien qu'un équivalent en pièces euro était justifié.
Talrijke landen waaronder België gaven munten uit met een kleine waarde (bijvoorbeeld 50 centiemen, 1 peseta of 1 pfennig waarvan de waarde ongeveer 1 cent bedraagt) zodat een equivalente euromunt gerechtvaardigd was.