73. exprime une nouvelle fois son soutien sans réserve à la Cour pénale internationale (CPI) dans son rôle visant à mettre fin à l'impunité des auteurs des crimes les plus graves qui préoccupent la communauté
internationale et à rendre justice aux victimes de crimes de guerre, de crimes contre l'humanité et de génocides; reste vigilant vis-à-vis de toute tentative de saper sa légitimité ou son indépendance; rappelle son rôle essentiel dans le double processus de justice et de réconciliation; exh
orte l'Union et ses États membres à ...[+++] collaborer avec la Cour et à lui apporter un soutien diplomatique et politique solide dans leurs relations bilatérales et au sein de tous les forums, y compris aux Nations unies; s'inquiète du fait que plusieurs mandats d'arrêt n'ont toujours pas été exécutés; invite l'Union européenne, les États membres et les représentants spéciaux de l'Union européenne à promouvoir activement la CPI, l'exécution de ses décisions et la lutte contre l'impunité des
crimes relevant du Statut de Rome; considère le nombre croissant d'États parties comme une évolution importante dans le renforcement de l'universalité de la Cour; se félicite de la ratification du statut de Rome par la Côte d'Ivoire en février 2013, mais regrette qu'aucun État ne l'ait ratifié en 2014; encourage l'Union et ses États
membres à intensifier leurs efforts en vue d'encourager la ratification et la mise en œuvre du statut de Rome afin d'élargir l'accès à la justice des victimes de crimes graves en droit international; invite les États membres de l'Union, en tant qu'États parties au statut de Rome de la CPI, à fournir à celle-ci les moyens nécessaires pour exercer son mandat de manière équitable et efficace; encourage l'Union à continuer de fournir une assistance à la justice pénale internationale et à la CPI, y compris en soutenant les acteurs de la société civile par le biais de l'IEDDH;
73. herhaalt zijn volledige steun voor de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof (ICC) die er
op zijn gericht een einde te maken aan de straffeloosheid ten aanzien van plegers van de ernstigste misdaden die de internationale gemeenschap aangaan en gerechtigheid te bieden aan slachtoffers van oorlogsmisdaden, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide; blijft alert voor pogingen om de legitimiteit of de onafhankelijkheid van het ICC te ondermijnen; herinnert aan de essentiële rol die het ICC vervult in het tweeledige proces van rechtspraak en verzoening; spoort de EU en de lidstaten van de EU aan om samen te werken met het Hof
...[+++] om het sterke diplomatieke en politieke steun te bieden in haar bilaterale betrekkingen en in alle fora, waaronder de VN; uit zijn bezorgdheid dat meerdere aanhoudingsbevelen nog niet zijn uitgevoerd; dringt er bij de EU en haar lidstaten en de speciale vertegenwoordigers van de EU op aan om het Internationaal Strafhof, de handhaving van zijn besluiten en de strijd tegen straffeloosheid met betrekking tot misdaden onder het Statuut van Rome, actief te promoten; beschouwt het groeiende aantal staten dat partij is als een belangrijke ontwikkeling voor de versterking van het universele karakter van het Hof; is ingenomen met de ratificatie van het Statuut van Rome door Ivoorkust in februari 2013, maar betreurt het dat geen enkel land het statuut heeft geratificeerd in 2014; moedigt de EU en de lidstaten van de EU aan om meer inspanningen te doen voor het bevorderen van de ratificering en tenuitvoerlegging van het Statuut van Rome teneinde de toegang van slachtoffers van ernstige misdaden tot justitie onder het internationaal recht te verruimen; roept de lidstaten van de EU, als partijen bij het Statuut van Rome van het ICC, op om het van voldoende middelen te voorzien zodat het zijn mandaat eerlijk en doeltreffend kan uitoefenen; moedigt de EU aan om bijstand te blijven verlenen aan internationale strafrechtspleging en het ICC, o ...