Dans son arrêt n° 62/2009 du 25 mars 2009, l
a Cour a jugé que l'exigence complémentaire d'une résidence de cinq années au moins dans le chef de l'attributaire qui ne peut bénéficier des dispenses prévues à l'article 1, ali
néa 7, s'ajoutant à cette condition de résidence effective de l'enfant, apparaît, lorsque l'enfant est Belge, comme disproportionnée par
rapport au souci d'étendre le bénéfice du régime résiduaire tout en exigeant
...[+++] de voir établi un lien suffisant avec l'Etat belge.
In zijn arrest nr. 62/2009 van 25 maart 2009 heeft het Hof geoordeeld dat de bijkomende vereiste van een verblijf van ten minste vijf jaar voor de rechthebbende die de in artikel 1, zevende lid, bedoelde vrijstellingen niet kan genieten, naast de voorwaarde van werkelijk verblijf van het kind, wanneer het kind Belg is, onevenredig lijkt met de bedoeling om het voordeel van het residuaire stelsel uit te breiden wanneer een voldoende band met de Belgische Staat is vastgesteld.