In jaren waarin de weersomstandigheden uitzonderlijk zijn geweest, kan het maximum van 1,50 g per liter, ofwel 20 milli-equivalent per liter, worden verhoogd tot 2,50 g per liter, ofwel 34 milli-equivalent per liter, mits het natuurlijke zuurgehalte van de producten niet minder bedraagt dan 3 g per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur, ofwel 40 milli-equivalent per liter.
In Jahren mit außergewöhnlichen Witterungsbedingungen kann die Höchstgrenze von 1,50 g je Liter, d. h. 20 Milliäquivalent je Liter, auf 2,50 g je Liter, d. h. 34 Milliäquivalent je Liter, angehoben werden, sofern die natürliche Säure nicht unter 3 g je Liter, ausgedrückt in Weinsäure, d. h. 40 Milliäquivalent je Liter, liegt.