8. Het in artikel 33, lid 3, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maximum van één derde van de uitgaven en het in artikel 66, lid 3, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde maximum van 25 % voor de verhoging van het actiefonds zijn niet van toepassing op uitgaven voor verrichtingen inzake het uit de markt nemen van de in artikel 1, lid 2, van de onderhavige verordening genoemde producten, wanneer die producten tijdens de in artikel 1, lid 3, van de onderhavige verordening bepaalde periode uit de markt worden genomen.
8. Die in Artikel 33 Absatz 3 Unterabsatz 4 der Verordnung (EU) Nr. 1308/2013 genannte Obergrenze von einem Drittel der Ausgaben und der in Artikel 66 Absatz 3 Buchstabe c der Durchführungsverordnung (EU) Nr. 543/2011 genannte Höchstsatz von 25 % für die Anhebung des Betriebsfonds gelten nicht in Bezug auf Ausgaben, die für Marktrücknahmen von Erzeugnissen gemäß Artikel 1 Absatz 2 der vorliegenden Verordnung getätigt werden, sofern diese Erzeugnisse während des Zeitraums gemäß Artikel 1 Absatz 3 der vorliegenden Verordnung vom Markt genommen werden.