4. is van mening dat na de inwerkingtreding van het V
WEU, waarmee het EU-beleid wordt uitgebreid en nieuwe bevoegdheidssferen worden gecreëerd − met name gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, concurrentievermogen en innovatie, ruimtevaart, energiebeleid, toerisme, bestrijding van de klimaatsverandering, sport en jeugdwerk, sociaal beleid, justitie en binnenlandse zaken − en dat een „Lisbonisering” van de begroting impliceert en dus dat de Europese Unie toereikende
begrotingsmiddelen moet krijgen ...[+++] om haar doelstellingen te bereiken en vraagt dus van beide takken van de begrotingsautoriteit coherentie en
consistentie vraagt voor wat betreft een verhoogde financiële capaciteit;
4. ist der Auffassung, dass die Europäische Union im Anschluss an das Inkrafttreten des AEUV, der die EU-P
olitiken stärkt und neue Bereiche der Zuständigkeit schafft (insbesondere die gemeinsame Außen- und Sicherheitspolitik, Wettbewerbsfähigkeit und Innovation, Energiepolitik, Raumfahrt, Fremdenverkehr, Bekämpfung des Klimawandels, Sport und Jugend, Sozialpolitik, Just
iz und Inneres) und eine „Lissabonisierung“ des Haushaltsplans impliziert, mit den notwendigen Haushaltsmitteln für die Verwirklichung ihrer Zielvorgaben ausgestattet w
...[+++]erden sollte, und deshalb seitens der beiden Teile der Haushaltsbehörde ein in sich schlüssiges und konsequentes Vorgehen erforderlich ist, was eine Aufstockung der finanziellen Kapazitäten betrifft;