De opgelegde straf dient derhalve evenredig te zijn aan de ernst van het strafbare gedrag (zie, mutatis mutandis, EHRM, 11 januari 2007, Mamidakis t. Griekenland, § § 44-48; HvJ, 27 september 2007, Collée, C-146/05, punt 40; GwH, 4 februari 2010, nr. 8/2010, B.12; HvJ, 3 december 2014, De Clercq e.a., C-315/13, punt 73).
Die auferlegte Strafe muss folglich im Verhältnis zur Schwere des strafbaren Verhaltens stehen (siehe, mutatis mutandis, EuGHMR, 11. Januar 2007, Mamidakis gegen Griechenland, § § 44-48; EuGH, 27. September 2007, Collée, C-146/05, Randnr. 40; VerfGH, 4. Februar 2010, Nr. 8/2010, B.12; EuGH, 3. Dezember 2014, De Clercq u.a., C-315/13, Randnr. 75).