46. benadrukt dat een Europees duurzaam mobiliteitsbeleid moet streven naar synergieën tussen alle vervoersvormen, corridors en netwerken, en gericht moet zijn op de behoeften van belangrijke knooppunten, stedelijke gebieden, interconnectiviteitspunten, doorvoerplatforms en havens; benadrukt dat mobiliteit moet worden beschouwd als een systeem, en niet als een verzameling van afzonderlijke vervoerswijzen;
46. betont, dass eine nachhaltige europäische Mobilitätspolitik auf Synergien zwischen sämtlichen Verkehrsträgern, Korridoren und Netzen ausgerichtet sein und auch die Bedürfnisse von zentralen Knotenpunkten, Ballungszentren, Verknüpfungspunkten, Verladeplätzen und Häfen berücksichtigen muss; ist der Auffassung, dass Mobilität als System und nicht als eine Reihe nebeneinander bestehender Verkehrsträger betrachtet werden sollte;