Hiertoe citeren de verzoekers uittreksels uit de inleiding door de minister tot het parlementaire debat, waaruit blijkt dat het werkelijke doel van de wetgever erin bestond te ontsnappen aan de teruggave van de solidariteitsafhoudingen die in 1995 en 1996 op onregelmatige wijze waren geïnd, ongeacht of die teruggaven reeds bij rechterlijke beslissing waren opgelegd of nog moesten worden opgelegd (Parl. St., Kamer, 1999-2000, nr. 50-0756/015, pp. 13 en 14).
Die Kläger zitieren Auszüge der Einleitung des Ministers vor der parlamentarischen Debatte, aus denen hervorgeht, dass der Gesetzgeber in Wirklichkeit bezweckt habe, der Erstattung der 1995 und 1996 regelwidrig erhobenen Solidaritätseinbehaltungen zu entgehen, ungeachtet dessen, ob diese Rückzahlungen durch richterliche Entscheidung auferlegt worden seien oder ob dies anstehe (Parl. Dok., Kammer, 1999-2000, Nr. 50-0756/015, SS. 13 und 14).