Derhalve moet nu worden beoordeeld hoe hoog het totaal van de daadwerkelijke kosten zou zijn geweest die Frankrijk als aandeelhouder in geval van een gerechtelijke vereffening van de SNCM waarschijnlijk had moeten dragen, teneinde te kunnen vaststellen of een behoedzaam particulier investeerder, gezien de mogelijkheid dat hij veroordeeld zou worden tot betaling van die kosten en gelet op de omvang daarvan (161), liever zijn dochteronderneming onmiddellijk voor een negatieve prijs van 158 miljoen EUR zou hebben verkocht dan dat hij dat risico zou hebben gelopen.
Es stellt sich daher das Problem, die tatsächlichen Gesamtkosten zu bewerten, die Frankreich als Aktionär im Fall einer gerichtlichen Liquidation der SNCM wahrscheinlich hätte tragen müssen, um feststellen zu können, ob ein privater Kapitalgeber es in Anbetracht der Möglichkeit, zur Tragung dieser Kosten verurteilt zu werden, und angesichts der Höhe dieser Kosten (161) vorgezogen hätte, sein Tochterunternehmen sofort zu einem negativen Preis von 158 Mio. EUR zu verkaufen statt dieses Risiko einzugehen.