2. Onverminderd het in lid 1 vastgestelde maximum van 2 % en indien het totaalbedrag van de betaling voor jonge lan
dbouwers dat in een lidstaat in een bepaald jaar wordt aangevraagd, hoger is dan het uit hoofde van lid 4 van dit artikel vastgestelde maximum, en wanneer dat maximum lager is dan het eerstgenoemde maximum, financie
rt die lidstaat het verschil door in het betrokken jaar artikel 30, lid 7, eerste alinea, onder f), toe te passen, een lineaire verlaging toe te passen op alle betalingen die overeenkomstig artikel 32 of artike
...[+++]l 36, lid 2, aan alle landbouwers moeten worden toegekend of door beide methoden toe te passen.