Traduction de «maatschappelijke activisten en leden van minderheden zonder eerlijk » (Néerlandais → Allemand) :

4. stelt bezorgd vast dat ook na de afzetting van president Morsi een groot aantal politieke tegenstanders, vreedzame betogers, verslaggevers, bloggers, vakbondsvertegenwoordigers, maatschappelijke activisten en leden van minderheden zonder eerlijk proces is opgesloten;
4. stellt mit Besorgnis fest, dass nach der Amtsenthebung von Präsident Mursi eine hohe Zahl von politischen Gegnern, friedlichen Demonstranten, Journalisten, Bloggern, Gewerkschaftern, Aktivisten der Zivilgesellschaft und Angehörigen von Minderheiten ohne ordnungsgemäßes Gerichtsverfahren inhaftiert worden ist;

F. overwegende dat schendingen van de fundamentele vrijheden en de mensenrechten in Egypte nog steeds schering en inslag zijn; overwegende dat het geweld en de opruiing tegen en de intimidatie van politieke tegenstanders, journalisten en activisten uit het maatschappelijk middenveld in de aanloop naar het referendum verder zijn toegenomen; overwegende dat vele politieke en maatschappelijke activisten — onder wie Alaa Abdel Fattah, Mohamed Abdel van het Egyptisch centrum voor economische en sociale rechten, en de leiders van de beweging 6 April Ahmed Maher en Ahmed Douma — alsook leden van verscheidene politieke partijen de afgelopen weken gearresteerd en veroordeeld zijn; overwegende dat de Egyptische Nationale Mensenrechtenraad op 12 januari 2014 een verslag heeft gepubliceerd na een bezoek aan de voormelde vooraanstaande activisten in de Tora-gevangenis, waarin kritiek wordt geuit op hun detentieomstandigheden en wordt opgeroepen ze niet langer te mishandelen; overwegende dat het Comité voor de bescherming van journalisten heeft laten weten dat er sinds juli 2013 ten minste vijf journalisten zijn gedood en 45 zijn aangevallen, elf nieuwskanalen zijn aangevallen en ten minste 44 journalisten zonder aanklacht langdurig zijn opgesloten in afwachting van een proces; overwegende dat op 29 januari 2014 twintig journalisten van Al-Jazeera, van wie er acht worden vastgehouden en drie Europeanen zijn, zijn beschuldigd van lidmaatschap van een terroristische organisatie of het verspreiden van valse berichten;
F. in der Erwägung, dass Verstöße gegen die Grundfreiheiten und die Menschenrechte in Ägypten weiterhin weit verbreitet sind; in der Erwägung, dass Gewalt, Anstiftung zu Gewalt und Schikanen gegen politische Gegner, Journalisten und Aktivisten der Zivilgesellschaft im Vorfeld der Volksabstimmung weiter zugenommen haben; in der Erwägung, dass viele politische Aktivisten und Aktivisten der Zivilgesellschaft, darunter Alaa Abdel Fattah, Mohamed Abdel vom Ägyptischen Zentrum für wirtschaftliche und soziale Rechte und Ahmed Maher und Ahmed Douma, Anführer der Bewegung des 6. April, sowie Mitglieder verschiedener Parteien im Laufe der letzten Wochen festgenommen und verurteilt wurden; in der Erwägung, dass der ägyptische Nationale Rat für Menschenrechte, nachdem er die genannten prominenten Aktivisten im Gefängnis Tora besucht hatte, am 12. Januar 2014 einen Bericht veröffentlicht hat, in dem er ihre Haftbedingungen kritisiert und ein Ende ihrer Misshandlung gefordert hat; in der Erwägung, dass Berichten des Komitees für den Schutz von Journalisten zufolge seit Juli 2013 mindestens fünf Journalisten getötet und 45 angegriffen wurden, in 11 Nachrichtenstellen Razzien durchgeführt wurden und sich mindestens 44 Journalisten im Rahmen langwieriger Ermittlungsverfahren in Haft befinden, ohne dass gegen sie Anklage erhoben wurde; in der Erwägung, dass am 29.1.2014 zwanzig Journalisten von Al Dschasira – von denen acht nun in Haft sind und unter denen sich drei Europäer befinden – angeklagt wurden, weil sie einer „terroristischen Organisation“ angehören oder „Falschmeldungen verbreiten“ sollen;

F. overwegende dat schendingen van de fundamentele vrijheden en de mensenrechten in Egypte nog steeds schering en inslag zijn; overwegende dat het geweld en de opruiing tegen en de intimidatie van politieke tegenstanders, journalisten en activisten uit het maatschappelijk middenveld in de aanloop naar het referendum verder zijn toegenomen; overwegende dat vele politieke en maatschappelijke activisten ‐ onder wie Alaa Abdel Fattah, Mohamed Abdel van het Egyptisch centrum voor economische en sociale rechten, en de leiders van de beweging 6 April Ahmed Maher en Ahmed Douma ‐ alsook leden van verscheidene politieke partijen de afgelopen weken gearresteerd en veroordeeld zijn; overwegende dat de Egyptische Nationale Mensenrechtenraad op 12 januari 2014 een verslag heeft gepubliceerd na een bezoek aan de voormelde vooraanstaande activisten in de Tora-gevangenis, waarin kritiek wordt geuit op hun detentieomstandigheden en wordt opgeroepen ze niet langer te mishandelen; overwegende dat het Comité voor de bescherming van journalisten heeft laten weten dat er sinds juli 2013 ten minste vijf journalisten zijn gedood en 45 zijn aangevallen, elf nieuwskanalen zijn aangevallen en ten minste 44 journalisten zonder aanklacht langdurig zijn opgesloten in afwachting van een proces; overwegende dat op 29 januari 2014 twintig journalisten van Al-Jazeera, van wie er acht worden vastgehouden en drie Europeanen zijn, zijn beschuldigd van lidmaatschap van een terroristische organisatie of het verspreiden van valse berichten;
F. in der Erwägung, dass Verstöße gegen die Grundfreiheiten und die Menschenrechte in Ägypten weiterhin weit verbreitet sind; in der Erwägung, dass Gewalt, Anstiftung zu Gewalt und Schikanen gegen politische Gegner, Journalisten und Aktivisten der Zivilgesellschaft im Vorfeld der Volksabstimmung weiter zugenommen haben; in der Erwägung, dass viele politische Aktivisten und Aktivisten der Zivilgesellschaft, darunter Alaa Abdel Fattah, Mohamed Abdel vom Ägyptischen Zentrum für wirtschaftliche und soziale Rechte und Ahmed Maher und Ahmed Douma, Anführer der Bewegung des 6. April, sowie Mitglieder verschiedener Parteien im Laufe der letzten Wochen festgenommen und verurteilt wurden; in der Erwägung, dass der ägyptische Nationale Rat für Menschenrechte, nachdem er die genannten prominenten Aktivisten im Gefängnis Tora besucht hatte, am 12. Januar 2014 einen Bericht veröffentlicht hat, in dem er ihre Haftbedingungen kritisiert und ein Ende ihrer Misshandlung gefordert hat; in der Erwägung, dass Berichten des Komitees für den Schutz von Journalisten zufolge seit Juli 2013 mindestens fünf Journalisten getötet und 45 angegriffen wurden, in 11 Nachrichtenstellen Razzien durchgeführt wurden und sich mindestens 44 Journalisten im Rahmen langwieriger Ermittlungsverfahren in Haft befinden, ohne dass gegen sie Anklage erhoben wurde; in der Erwägung, dass am 29.1.2014 zwanzig Journalisten von Al Dschasira – von denen acht nun in Haft sind und unter denen sich drei Europäer befinden – angeklagt wurden, weil sie einer „terroristischen Organisation“ angehören oder „Falschmeldungen verbreiten“ sollen;

24. vindt het verheugend dat de antidiscriminatiewet bijna geheel in overeenstemming is gebracht met het acquis; vraagt de autoriteiten iets te doen aan de resterende tekortkomingen met betrekking tot rassendiscriminatie en de sanctiebepalingen; verzoekt de autoriteiten de antidiscriminatieraad de noodzakelijke financiële en administratieve middelen ter beschikking te stellen; maakt zich zorgen over het grote percentage uitvallers onder Roma-studenten in vergelijking met de totale studentenpopulatie, in de erkenning dat er wel enige vooruitgang is geboekt op het gebied van de sociale integratie en het onderwijs van de Roma; dringt aan op ondersteuning van huisvestings-, gezondheids-, onderwijs- en werkgelegenheidsinitiatieven voor Roma, en op empowerment van Roma-vrouwen en op scholing van vrouwelijke Roma-studenten; is verheugd over de inspanningen van de bevoegde autoriteiten om de LGBTI-rechten te beschermen tijdens de tweede Pride-parade, die zonder incidenten is verlopen; maakt zich overigens wel zorgen over de voortdurende aanvallen op leden van de LGBTI-gemeenschap en LGBTI-activisten; dringt er zowel bij politici, als bij vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld op aan om de veel voorkomende vijandige houding en het geweld tegen seksuele minderheden te bestrijden, met name door het publiek op te voeden en te informeren en zo attitudes te veranderen, en door politieagenten, openbaar aanklagers en rechters te trainen;
24. begrüßt, dass das Antidiskriminierungsgesetz beinahe vollständig mit dem Besitzstand in Einklang gebracht wurde; fordert die Behörden auf, die verbliebenen Defizite in Bezug auf Rassendiskriminierung und die Vorschriften für strafrechtliche Sanktionen zu beheben; fordert die Behörden auf, dem Rat für die Bekämpfung der Diskriminierung alle erforderlichen finanziellen und administrativen Mittel zur Verfügung zu stellen; erkennt zwar an, dass bei der sozialen Eingliederung und der Verbesserung der Bildungssituation der Roma einige Fortschritte erzielt wurden, ist jedoch nach wie vor besorgt über die hohen Abbrecherquoten und den niedrigen Anteil der Roma an der Gesamtzahl der Schüler und Studierenden; fordert die Förderung von Initiativen, welche die Situation der Roma in Bezug auf Wohnraum, Gesundheit, Bildung und Beschäftigung verbessern und die Stärkung der Stellung der Roma-Frauen sowie die Ausbildung von Roma-Schülerinnen und -Studentinnen unterstützen; begrüßt die Anstrengungen der zuständigen Behörden zum Schutz der Rechte von lesbischen, schwulen, bi-, trans- und intersexuellen (LGBTI-)Personen während der zweiten Pride-Parade, die ohne Zwischenfälle vonstattenging; ist jedoch besorgt, dass es weiterhin Übergriffe gegen Mitglieder und Aktivisten der LGBTI-Gemeinschaft gibt; fordert sowohl die politischen als auch die zivilgesellschaftlichen Akteure eindringlich auf, gegen die weitverbreitete Feindseligkeit und Gewalt gegen sexuelle Minderheiten vorzugehen, insbesondere indem Anstrengungen mit dem Ziel unternommen werden, die Öffentlichkeit aufzuklären und zu informieren, um einen Wandel der Einstellungen voranzubringen, und indem Polizeibeamten, Staatsanwälten und Richtern Schulungen angeboten werden;

55. veroordeelt met name het bestaan van werkkampen (laogai) in het hele land waar de VRC activisten die zich voor de democratie of de rechten van werknemers inzetten en leden van minderheden zonder eerlijk proces vasthouden en hen dwangarbeid laten verrichten onder mensonterende omstandigheden en zonder toegang tot medische zorg; is diep verontrust over het feit dat de laogai-gevangenen worden gedwongen hun geloof en hun politieke overtuigingen af te zweren, dat in deze kampen nog steeds executies plaatsvinden en dat de geëxecuteerden illegaal organen worden ontnomen; dringt er bij de internationale gemeenschap op aan de invoer van producten te staken die met behulp van dwangarbeid in de laogai-kampen worden geproduceerd en die nog steeds op de internationale markt worden aangeboden; is bezorgd dat de lidstaten van de EU mogelijk grote hoeveelheden goederen importeren die met behulp van dwangarbeid in Chinese laogai-werkkampen worden geproduceerd; is verheugd over de resolutie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden van 2005 waarin de laogai worden veroordeeld als een middel tot onderdrukking dat door de Chinese regering wordt gebruikt; roept China op om bij alle uitgevoerde producten een schriftelijke garantie af te geven dat deze niet met behulp van dwangarbeid in een laogai-kamp tot stand zijn gekomen en dringt erop aan dat de Commissie de invoer van producten verbiedt waarvoor een dergelijke verzekering niet kan worden gegeven;
55. verurteilt insbesondere, dass im ganzen Land „Laogai” (Arbeitslager) existieren, in denen die Volksrepublik China Demokratie- und Gewerkschaftsaktivisten sowie Mitglieder von Minderheiten ohne faires Gerichtsverfahren festhält und sie dazu zwingt, unter entsetzlichen Bedingungen und ohne medizinische Versorgung zu arbeiten; ist zutiefst besorgt darüber, dass die in Laogai Inhaftierten gezwungen werden, ihre Religionsfreiheit und ihre politischen Anschauungen aufzugeben, dass in diesen Arbeitslagern weiterhin Hinrichtungen durchgeführt werden und die Organe der hingerichteten Gefangenen illegal „geerntet“ werden; ist besorgt darüber, dass EU-Mitgliedstaaten möglicherweise beträchtliche Mengen von Gütern einführen, die zur Gänze oder zum Teil in chinesischen Laogai-Arbeitslagern durch Zwangsarbeit erzeugt oder hergestellt worden sind; begrüßt die Resolution des Repräsentantenhauses der Vereinigten Staaten aus dem Jahr 2005, in der die Laogai als ein Instrument der Unterdrückung, das die chinesische Regierung weiterhin aufrechterhält, verurteilt werden; fordert China auf, eine schriftliche Erklärung für jedes Exportprodukt abzugeben, die besagt, dass dieses Erzeugnis nicht durch Zwangsarbeit in einem Laogai-Arbeitslager hergestellt wurde, und fordert – wenn eine solche Zusicherung nicht gegeben werden kann – dass die Kommission die Einfuhr dieser Produkte in die EU untersagt;