5. Met het oog op de vervolging van een van de in de artik
elen 3 tot en met 7 genoemde strafbare feiten die buiten het grondgebied van de betrokken lidstaat zijn gepleegd, neemt elke lidstaat met betrekking tot lid 1, onder b), van dit artikel de nodige maatregelen om ervoor te zorgen d
at zijn rechtsmacht niet afhangt van de voorwaarde dat vervolging slechts kan worden ingesteld indien het slachto
ffer aangifte heeft gedaan op de pla ...[+++]ats waar het strafbare feit is gepleegd of na een aanklacht door de staat van de plaats waar het strafbare feit is gepleegd.(5) Für die strafrechtliche Verfolgung einer Straftat nach den Artikeln 3 bis 7, die außerhalb des Hoheitsgebiets des b
etreffenden Mitgliedstaats begangen wurde, trifft jeder Mitgliedstaat im Hinblick auf Absatz 1 Buchstabe b des vorliegenden Artikels die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass die Begründung seiner gerichtlichen Zuständigkeit nicht an die Bedingung geknüpft wird, dass die Strafverfolgung nur nach einer Meldung des Opfers an dem Ort, an dem die Straftat
begangen wurde, oder einer Anzeige durch den Staat, in dem sich der Ort der Begehung der Straftat befindet, eingeleit
...[+++]et werden kann.