Is de Commissie van mening dat het in Duitsland geldende omzetbelastingrecht dat ervoor zorgt dat publiekrechtelijk bestuurde firma's bij "inhouse handel" belastingsvrij kunnen handelen, door concurrentievervalsing inbreuk maakt op het Gemeenschapsrecht - hier in het bijzonder op art. 4, lid 5, alinea 2 van de zesde richtlijn 77/388/EWG van 17 mei 1977-, wanneer aan het uitschrijven van opdrachten of diensten door de openbare opdrachtgever, die tegelijkertijd aandeelhouder is van de voor de belastingen geprivilegieerde aanbieder is, concurrerende privé-ondernemingen deelnemen aan wie dit belastingsvoordeel niet verleend wordt?
Ist die Kommission der Auffassung, dass die in Deutschland geltende Umsatzsteuerbefreiung von öffentlich-rechtlich geführten Gesellschaften bei Inhouse-Geschäften wegen Wettbewerbsverzerrung gegen Gemeinschaftsrecht verstößt - hier insbesondere gegen Artikel 4 Absatz 5 Unterabsatz 2 der Sechsten Richtlinie 77/388/EWG vom 17. Mai 1977 -, wenn an der Ausschreibung von Aufträgen oder Leistungen durch den öffentlichen Auftraggeber, der gleichzeitig Gesellschafter des steuerlich privilegierten Bieters ist, privatwirtschaftliche Konkurrenzunternehmen teilnehmen, denen dieser Steuervorteil nicht gewährt wird?