HH. overwegende dat conclusie 35 van de Europese Raad van 15 en 16 oktober 1999 in Tampere meent dat de formele uitleveringsprocedure tussen de lidstaten buiten werking gesteld zou moeten worden voor personen die aan het gerecht proberen te ontkomen wanneer ze bij definitieve uitspraak veroordeeld zijn, en te vervangen is door eenvoudige overdracht van de bewuste personen op grond van artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,
HH. in der Erwägung, dass gemäß der Schlussfolgerung 35 des Europäischen Rates von Tampere vom 15. und 16. Oktober 1999 das förmliche Auslieferungsverfahren bei Personen, die sich nach rechtskräftiger Verurteilung der Justiz durch Flucht entziehen, abgeschafft und im Einklang mit Artikel 6 des Vertrags über die Europäische Union durch eine einfache Überstellung dieser Personen ersetzt werden sollte,