31. stelt dat de sterke vraag naar connectiviteit – die tegelijkertijd de online-economie in de EU stimuleert, bijdraagt tot de "netwerkgereedheid" van de EU en een reactie vormt op de maatschappelijke veranderingen in de interne markt – ondersteund moet worden met adequate middelen en een stevige mededingingsinfrastructuur voor de verwezenlijking van het Europese breedbandproject;
31. ist der Auffassung, dass die starke Nachfrage nach Anbindung, die gleichzeitig das Profil der Online-Wirtschaft der EU verbessert, zur Vernetzungsbereitschaft in der EU beiträgt und eine Reaktion auf die gesellschaftlichen Veränderungen im Binnenmarkt ist, sich auf angemessene Mittel und eine solide Wettbewerbsinfrastruktur stützen können sollte, die für die Verwirklichung des europäischen Breitbandprojekts notwendig sind;