28. concludeert nogmaals dat het een dringende noodzaak is dat de Europese Unie zich op grote schaal en concreet mob
iliseert om de snel stijgende voedselprijzen en de daaruit voortkomende voedselcrisis aan te pakken, en wijst nogmaals op de noodzaak te reageren op een budgettair verantw
oorde wijze; wijst erop dat de beschikbare marges binnen rubriek 2 niet gebruikt kunnen worden voor doeleinden van rubriek 4 aangezien het huidige plafond van rubriek 4 niet toereikend is voor de financiering van het instrument zonder bestaande priorit
...[+++]eiten in gevaar te brengen; is van mening dat beide takken van de begrotingsautoriteit alles in het werk moeten stellen en alle mogelijkheden van het IA moeten overwegen om de geplande bedragen voor voedselhulp binnen rubriek 4 te financieren; wijst er niettemin op dat het uiteindelijk besluit over het budget in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure zal worden genomen, en zal afhangen van een algemene evaluatie van de bestaande instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking met de ontwikkelingslanden; 28. bekräftigt seine Bewertung der dringenden Notwendigkeit einer massiven und konkreten Mobilisierung der Europäischen Union,
um gegen die stark steigenden Nahrungsmittelpreise und die daraus resultierende Nahrungsmittelkrise vorzugehen, worauf im Haushaltsplan angemessen reagiert werden muss; erinnert daran, dass die in Rubrik 2 verfügbaren Margen nicht für Ziele der Rubrik 4 ausgegeben werd
en können, weil die geltende Obergrenze der Rubrik 4 nicht ausreicht, um das Instrument zu finanzieren, ohne bestehende Prioritäten zu gefährde
...[+++]n; vertritt die Auffassung, dass beide Teile der Haushaltsbehörde alle Anstrengungen unternehmen und alle Möglichkeiten gemäß der IIV prüfen sollten, um die für die Nahrungsmittelhilfe veranschlagten Mittel aus Rubrik 4 zu finanzieren; weist jedoch darauf hin, dass die endgültige Entscheidung über die Mittelausstattung im Verlauf des jährlichen Haushaltsverfahrens getroffen und mit einer Gesamtbewertung der derzeitigen Instrumente für die Kooperationspolitik mit den Entwicklungsländern verknüpft werden wird;