Tevens heeft zij onderstreept dat zij "het van groot belang acht dat de in de richtlijn vereiste samenwerking tussen publieke toezichthouders daadwerkelijk tot stand komt, omdat intensieve samenwerking tussen toezichthouders de samenhang tussen lidstaten bevordert en extra administratieve lasten door verschillende nationale procedures en eisen kan voorkomen".
Außerdem wurde darin hervorgehoben, dass der Ausschuss es „für äußerst wichtig“ hält, „dass die in der Richtlinie geforderten Zusammenarbeit zwischen öffentlichen Aufsichtsbehörden auch wirklich zustande kommt, weil intensive Zusammenarbeit zwischen Aufsichtsbehörden die Konvergenz zwischen den Mitgliedstaaten fördert und einen zusätzlichen Verwaltungsaufwand durch unterschiedliche nationale Verfahren und Auflagen vermeiden kann.“