Die discriminatie is in strijd met artikel 6 van het Europ
ees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht waarborgt op een eerlijk proces, met het beginsel van de wapengelijkheid, alsmede met de artikelen 8 en 10 van hetzelfde Verdrag, die het recht op de eerbiediging van het privé-leven en het gezinsleven waarborgen alsmede het recht op de vrijheid van mening en de vrijheid om inlichtingen te ontvangen of door te geven en, tot slot, met artikel
32 van de Grondwet vermits de bestreden norm het recht van de advocaten en van de b
...[+++]etrokken personen om documenten die hen aanbelangen te raadplegen, beperkt.
Diese Diskriminierung verstosse gegen Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, der das Recht auf einen gerechten Prozess festschreibe, gegen den Grundsatz der Waffengleichheit, gegen die Artikel 8 und 10 derselben Konvention, die das Recht auf Achtung des Privatlebens und des Familienlebens sowie das Recht auf Meinungsfreiheit und die Freiheit zum Empfang und zur Mitteilung von Nachrichten gewährleisteten, sowie schliesslich gegen Artikel 32 der Verfassung, da die angefochtene Norm das Recht der Anwälte und der betroffenen Personen zur Einsichtnahme in die sie betreffenden Dokumente einschränke.