33. neemt nota van het feit dat de Commissie een financieel kader heeft voorgesteld m
et een looptijd van zeven jaar; herhaalt om redenen van democratische verantwoordelijkheid en
controleerbaarheid zijn standpunt ten faveure van het laten samenvallen van de looptijd van de financiële vooruitzichten met de mandaatperioden van vijf
jaar van het Europees Parlement en de Commissie; herinnert eraan dat de Grondwet voor het toekomstig meerjarig financieel kader een looptijd van t
en minste ...[+++]vijf jaar voorziet, hetgeen gelijk zou zijn aan de mandaatsperioden van de Commissie en het Europees Parlement; wijst erop dat de duur van de wetgevingsvoorstellen los zou kunnen blijven staan van de looptijd van de financiële vooruitzichten; verzoekt derhalve zijn delegatie die de onderhandelingen voert over het interinstitutioneel akkoord erop aan te dringen dat in het toekomstige interinstitutioneel akkoord bepalingen worden opgenomen die een langere looptijd (tot 7 jaar) voor meerjarige programma's waarborgen, vergeleken met de looptijd van de toekomstige financiële vooruitzichten, in het bijzonder op belangrijke gebieden als landbouwbeleid, structuur- en cohesiebeleid en onderzoek; 33. stellt fest,
dass die Kommission einen Finanzrahmen mit siebenjähriger Laufzeit vorgeschlagen hat; bekräftigt aus Gründen der demokratischen Verantwortung und Rechenschaftslegung s
eine Position zugunsten
einer Parallelität zwischen der Laufzeit der Finanziellen Vorausschau mit den auf fünf Jahre angelegten Mandaten des Parlaments und der Kommission; verweist darauf, dass in der Verfassung für den künftigen MFR
eine Laufzeit von mindestens fünf Jahren vorgesehen wird, was
eine Koordinierung mit der Amtszeit der Kommission und des
...[+++] Parlaments ermöglichen würde; verweist darauf, dass die Laufzeit der Gesetzgebungsvorschläge unabhängig vom zeitlichen Rahmen der Finanziellen Vorausschau bleiben könnte; fordert daher seine Delegation für die Verhandlungen über die Interinstitutionelle Vereinbarung auf, darauf zu drängen, dass die künftige Interinstitutionelle Vereinbarung Bestimmungen enthält, die für Mehrjahresprogramme längere (bis zu siebenjährige) Laufzeiten, verglichen mit der Laufzeit der künftigen Finanziellen Vorausschau, gewährleisten, insbesondere für wichtige Politikbereiche wie die Agrarpolitik, die Struktur- und Kohäsionspolitik sowie den Forschungssektor;