Daarom moet overeenkomstig artikel 5, lid 1, van en bijlage II bij Verordening (EG) nr. 999/2001 de BSE-status (boviene spongiforme encefalopathie) van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan („landen of gebieden”) worden vastgesteld door deze afhankelijk van het BSE-risico in te delen in één van drie categorieën, namelijk een verwaarloosbaar BSE-risico, een gecontroleerd BSE-risico of een onbepaald BSE-risico.
For that purpose, the bovine spongiform encephalopathy (BSE) status of Member States or third countries or regions thereof (‘countries or regions’) is according to Article 5(1) and Annex II to Regulation (EC) No 999/2001 to be determined by classification into one of three categories depending on the BSE risk involved, namely a negligible BSE risk, a controlled BSE risk and an undetermined BSE risk.