(9) Wat betreft het vermogen van het kind dient deze verordening uitsluitend van toepassing te zijn op de maatregelen ter bescherming van het kind, dat wil zeggen i) op de aanwijzing en de taken van personen of lichamen belast met het beheer van het vermogen van het kind of die het kind vertegenwoordigen of bijstaan, en ii) op maatregelen betreffende het beheer, de instandhouding van of de beschikking over het vermogen van het kind.
(9) As regards the property of the child, this Regulation should apply only to measures for the protection of the child, i.e (i) the designation and functions of a person or body having charge of the child's property, representing or assisting the child, and (ii) the administration, conservation or disposal of the child's property.