Een lidstaat mag de erkenning van een vonnis en, in voorkomend geval, een proeftijdbeslissing weigeren, indien het vonnis een persoon betreft die niet schuldig is bevonden, zoals in geval van een geesteszieke, en het vonnis of, in voorkomend geval, de proeftijdbeslissing voorziet in een medische/therapeutische behandeling van de betrokkene waarop die staat volgens zijn nationale recht niet kan toezien.
A Member State may refuse to recognise a judgment and, where applicable, a probation decision, if the judgment concerned was issued against a person who has not been found guilty, such as in the case of a mentally ill person, and the judgment or, where applicable, the probation decision provides for medical/therapeutic treatment which the executing State cannot supervise in respect of such persons under its national law.