Deze bepaling voldeed niet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de aan lijnvaartconferences verleende generieke vrijstelling of voor een individuele ontheffing en was derhalve van rechtswege nietig krachtens artikel 85, lid 2, van het EEG-Verdrag.
As the provision in question did not satisfy the conditions necessary for it to benefit from the block exemption granted to liner conferences or from an individual exemption, it was therefore declared to be automatically void pursuant to Article 85(2) of the EEC Treaty.