Opdat echter passende waarborgen worden geboden en opdat beleggers voldoende worden beschermd, moeten lidstaten die ervoor kiezen dergelijke joint ventures vrij te stellen, aan die joint ventures eisen stellen die ten minste analoog zijn aan die welke in deze richtlijn worden gesteld, met name bij de vergunningverlening, bij de beoordeling van hun reputatie en ervaring en van de geschiktheid van enige aandeelhouders, bij de toetsing van de voorwaarden die in het kader van de initiële vergunningverlening en het permanente toezicht worden gesteld, alsook in de gedragsregels.
However, in order to ensure that the appropriate safeguards are in place and that investors are adequately protected, Member States that choose to exempt such joint ventures should subject them to requirements at least analogous to the ones laid down in this Directive, in particular during the phase of authorisation, in the assessment of their reputation and experience and of the suitability of any shareholders, in the review of the conditions for initial authorisation and on-going supervision as well as on conduct of business obligations.