Deze partij weerlegde echter niet de argumenten, vermeld in de overwegingen 254, 255 en 256 van de voorlopige verordening, namelijk dat de economische neergang die in het laatste kwartaal van 2008 begon de vernietigende schadelijke effecten van de gesubsidieerde invoer tegen lage rijzen op de EU-markt over de gehele beoordelingsperiode in geen geval kan verminderen en dat, ook al was de krimpende vraag een factor die tot de geleden schade heeft bijgedragen, zij het oorzakelijke verband niet kan verbreken.
However this party did not rebut the arguments given in recitals (254) to (256) of the provisional Regulation: that the economic downturn starting in the last quarter of 2008 cannot in any way diminish the damaging injurious effects of low priced subsidised imports in the EU market over the whole period considered and that, even though the shrinking demand was a factor contributing to the injury suffered, it did not break the causal link.