3.3.4.4. storing in andere onderdelen of systemen van het emissiebeperkingssysteem of van voor de emissie relevante onderdelen of systemen van de aandrijving die op een computer zijn aangesloten, waardoor de emissies via de uitlaat de grenswaarden van punt 3.3.2 kunnen overschrijden; voorbeelden van dergelijke systemen of onderdelen zijn die voor de bewaking en regeling van de massastroom van de lucht,
de volumestroom (en temperatuur) van de lucht, de compressordruk en de druk in het inlaatspruitstuk (en de relevante sensoren om
deze grootheden te meten); ...[+++]
3.3.4.4. Other emission control system components or systems, or emission-related powertrain components or systems, which are connected to a computer, the failure of which may result in tailpipe emissions exceeding the limits given in 3.3.2. Examples of such systems or components are those for monitoring and control of air mass-flow, air volumetric flow (and temperature), boost pressure and inlet manifold pressure (and relevant sensors to enable these functions to be carried out).