1. Het snellereactiemechanisme kan op gang worden gebracht wanneer in de betrokken begunstigde landen sprake is van een werkelijke of opkomende crisissituatie, een situatie die de openbare orde en de veiligheid van met name personen bedreigt, een situatie die dreigt te ontaarden in een gewapend conflict of het land dreigt te destabiliseren, en de betrokken situatie afbreuk zou kunnen doen aan het positieve effect van de bijstands- en samenwerkingsmaatregelen en -programma's, de doeltreffendheid daarvan en/of de voorwaarden voor de goede uitvoering.
1. The Rapid Reaction Mechanism may be triggered when in the beneficiary countries concerned there occur situations of crisis or emerging crisis, situations posing a threat to law and order, the security and safety of individuals, situations threatening to escalate into armed conflict or to destabilise the country and where such situations are likely to jeopardise the beneficial effects of assistance and cooperation policies and programmes, their effectiveness and/or conditions for their proper implementation.