3. Binnen 6 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening verzoekt iedere lidstaat zijn bevoegde autoriteit zorg te dragen voor de opstelling en uitvoering van een nationaal programma voor de kwaliteitscontrole van de beveiliging van de burgerluchtvaart, met als doel de doeltreffendheid van zijn nationaal programma voor beveiliging van de burgerluchtvaart te waarborgen.
3. Within 6 months following the entry into force of this Regulation, each Member State shall require its appropriate authority to ensure the development and implementation of a national civil aviation security quality control programme so as to ensure the effectiveness of its national civil aviation security programme.