(2) In Richtlijn 91/67/EEG zijn afwijkingen van deze eisen vastgesteld voor soorten die geen drager zijn van de betrokken ziekte, d.w.z. in gevallen waarin wordt aangetoond dat er geen passieve overdracht van die ziekten plaatsvindt wanneer aquacultuurdieren, hun eieren of gameten, die niet tot de voor ziekte vatbare soorten behoren, van een niet-erkend gebied naar een erkend gebied worden overgebracht.
(2) Directive 91/67/EEC provides for a derogation from those requirements for species which are not a carrier of the diseases concerned, i.e. where it is shown that there is no passive transmission of those diseases when aquaculture animals, their eggs or gametes, not belonging to the susceptible species, are moved from a non-approved zone to an approved zone.