Hoewel het falen van de in artikel 1, lid 1, onder b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde instelling of entiteit kan zijn veroorzaakt door een bepaald aantal redenen, kan deze instelling of entiteit ook andere ernstige tekortkomingen hebben vertoond die het falen niet hebben veroorzaakt, maar wel haar levensvatbaarheid op lange termijn zouden kunnen ondermijnen.
Although the failure of the institution or entity referred to in points (b), (c) and (d) of Article 1(1) of Directive 2014/59/EU may have been caused by a particular set of reasons, such institution or entity may have suffered from other shortcomings which did not trigger the failure, but could undermine its long-term viability.