Anderzijds en parallel aan het toenemende politieke belang van bepaalde islamitische groeperingen wordt de algemene term "fundamentalisme" wat al te gemakkelijk toegepast op uiteenlopende bewegingen van het "islamitische fundamentalisme", vaak als synoniem van "islamitisch integrisme", "islam" of "terrorisme", in een taalkundig amalgaam dat sinds 1970 dient om de stereotiepe "islamitische vijand" als de grote Satan af te schilderen.
In line with the political importance acquired by Islamic groups, the unitary term 'fundamentalism' is used carelessly to refer to various 'Islamic fundamentalist' movements, often confused with 'Islamic traditionalism' and 'terrorism' to form a linguistic amalgam which has been used since 1970 to demonise a stereotyped 'Islamic enemy'.