De EU dringt er bij de Islamitische Republiek Iran op aan, zich te houden aan haar internationale verbintenissen inzake mensenrechten (met name, wat de vrijheid van meningsuiting betreft, artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens) én aan het Iraanse nationaal recht (in het bijzonder de grondwetsartikelen 24 en 168 betreffende de vrijheid van meningsuiting en grondwetsartikel 26 betreffende de vrijheid van vereniging).
The EU urges the Islamic Republic of Iran to comply both with its international human rights commitments, namely Article 19 of the International Covenant on Civil and Political Rights and article 19 of the Universal Declaration of Human Rights, on the right to freedom of expression and with Iranian domestic law, specifically with Constitution’s Articles 24 and 168 of the Constitution, on freedom of expression, and Article 26 on freedom of association.