3. Wanneer een lidstaat een niet-ingezeten ontvangende of verwervende vennootschap als fiscaal transparant beschouwt op grond van een beoordeling, door die lidstaat, van de juridische eigenschappen waarover de vennootschap beschikt ingevolge het recht waarnaar zij is opgericht, dan heeft die lidstaat het recht artikel 8, leden 1, 2 en 3, niet toe te passen.
3. Where a Member State considers a non-resident receiving or acquiring company to be fiscally transparent on the basis of that Member State’s assessment of the legal characteristics of that company arising from the law under which it is constituted, it shall have the right not to apply Article 8(1), (2) and (3).