Net zoals het geen twijfel lijdt dat het omvallen van een instelling van mondiale omvang, marktrelevantie en verwevenheid een ernstige verstoring van het wereldwijde financiële stelsel en nadelige economische gevolgen voor tal van landen zou teweegbrengen, is het immers ook duidelijk dat een door een wijdverbreide crisis veroorzaakt gelijktijdig faillissement van vele kleine instellingen die een aanzienlijk deel van de banksector in een land uitmaken, even desastreuze gevolgen voor de economie zou hebben.
If it is certain that the failure of an institution of global size, market importance, and global interconnectedness would cause significant disruption in the global financial system and adverse economic consequences across a range of countries, it is also clear that the simultaneous failure, in a widespread crisis, of many small institutions making up a significant part of the banking sector in a country may have equally devastating effects on the economy.