4. In de in lid 1, onder b), c), d) en e) bedoelde gevallen stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat de beslissingsstaat onverwijld in kennis van de opschorting van de tenuitvoerlegging, met inbegrip van de gronden voor de opschorting en, zo mogelijk, de verwachte duur van de opschorting, op zodanige wijze dat de kennisgeving schriftelijk kan worden vastgelegd.
4. In the cases referred to in paragraph 1(b), (c), (d) and (e), a report on the postponement, including the grounds for the postponement and, if possible, the expected duration of the postponement, shall be made forthwith by the competent authority of the executing State to the competent authority of the issuing State by any means capable of producing a written record.