106. benadrukt dat de door de VN verstrekte definitie van slavernij als volgt luidt: „de status of de toestand van een persoon over wie een van de of alle bevoegdheden verbonden aan het eigendomsrecht worden uitgeoefend”; betreurt het feit dat er nog altijd moderne vormen van slavernij bestaan, zelfs binnen de EU; verzoekt de Commissie dan ook een veel stringenter beleid te voeren op dit vlak, met name ten aanzien van huishoudelijk personeel, de meest door dergelijke vormen van slavernij getroffen beroepscategorie;
106. Points out that the definition of slavery provided by the UN is the status or condition of a person over whom any or all of the powers attaching to the right of ownership are exercised; deplores the fact that modern forms of slavery survive, including within the EU; calls, therefore, on the Commission to pursue a much stronger policy on this subject, particularly with regard to domestic staff, the socio-professional group most affected by these forms of slavery;