de overeenkomstig artikel 4, lid 2 vast te stellen gedragscodes, met o.a. modelpraktijken voor de preventie en bestrijding van erosie, verlies aan organische stof, bodemverdichting, verzilting, aardverschuivingen, nadelige gevolgen van klimaatverandering, woestijnvorming en aantasting van de biodiversiteit als gevolg van een verslechtering van de bodem;
codes of good practice pursuant to Article 4(2), including best practices for preventing and combating erosion, organic matter decline, compaction, salinisation, landslides, adverse effects from climate change, desertification, and biodiversity decline resulting from soil degradation processes;