4. Behalve in geval van overmacht, moet bij overschrijding van de in lid 2 vastgestelde of volgens lid 5 herziene geraamde maximale behoeften van een lidstaat, voor de hoeveelheid waarmee deze behoeften zijn overschreden, een bedrag worden betaald dat overeenkomt met het volledige recht voor het betrokken verkoopseizoen, vermeerderd met de in artikel 38 bedoelde steun en eventueel verhoogd met het hoogste aanvullende recht dat tijdens het betrokken verkoopseizoen is genoteerd.
4. Except in cases of force majeure, where the presumed maximum needs for a Member State as laid down in paragraph 2 or after revision under paragraph 5 are exceeded, an amount corresponding to the full rate of duty in force for the marketing year concerned shall be charged on a quantity equivalent to the excess, increased by the aid referred to in Article 38 and, where appropriate, by the highest additional rate of duty recorded during that marketing year.