27. benadrukt de noodzaak van samenhang met geformuleerde doelstellingen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en -hulp; is van mening dat ontwikkelingslanden met een grote rijkdom aan grondstoffen nie
t weer teruggedrukt moeten worden in de rol van netto exporteur van grondstoffen, maar juist hun eigen beleid moeten ontwikkelen op het gebied van industrie en o
ntwikkeling, en een belangrijkere plaats moeten krijgen in de waardeketen; kant zich tegen een neokoloniale visie, die schuilgaat achter de noemer "grondstoffendiplomatie
...[+++]";
27. betont, dass dies mit den erklärten Zielen der Politik für Zusammenarbeit und Entwicklungshilfe im Einklang stehen muss; vertritt die Auffassung, dass die an Rohstoffen reichen Entwicklungsländer nicht auf die Rolle von Netto-Rohstoffexporteuren reduziert werden dürfen, sondern vielmehr eine eigene Industrie- und Entwicklungspolitik konzipieren und in der Wertschöpfungskette einen höheren Platz erreichen müssen; lehnt eine neokolonialistische Einstellung ab, die sich hinter der sogenannten Rohstoffdiplomatie verbirgt;