a) een rechterlijke instantie van die overeenkomstsluitende partij waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, moet het Hof van Justitie verzoeken om een prejudiciële uitspraak over een vraag betreffende de geldigheid of de uitlegging van een besluit als bedoeld in artikel 16, lid 2, die wordt opgeworpen in een bij haar aanhangig gemaakte zaak, indien die rechterlijke instantie een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis, of
a) soit que toute juridiction de la partie contractante dont les décisions ne sont pas susceptibles d'un recours juridictionnel de droit interne demande à la Cour de justice de statuer à titre préjudiciel sur une question soulevée dans une affaire pendante devant elle et portant sur la validité ou l'interprétation d'un acte visé à l'article 16, paragraphe 2, lorsqu'elle estime qu'une décision sur ce point est nécessaire pour rendre son jugement,