2. betreurt dat de Raad voor de periode 2014-2020 de maximumtermijn voor steun uit het EFMZV voor de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten tijdens de biologische rustperioden heeft verkort tot zes maanden per schip, wat niet overeenkomt met de eerder door het Europees Parlement goedgekeurde termijn; is van oordeel dat de biologische rustperioden een belangrijk instrument vormen voor het duurzaam beheer van sommige visserijtakken; wenst daarom dat deze beperking wordt ingetrokken en dat er voldoende middelen beschikbaar worden gesteld om de biologische rustperioden te dekken;
2. regrette que le Conseil ait limité à un délai maximal de six mois par navire, pendant la période comprise entre 2014 et 2020, la possibilité d'obtenir un soutien, au titre du FEAMP, à la cessation temporaire des activités de pêche en période de repos biologique, contrairement à ce que le Parlement européen avait approuvé; estime que les arrêts biologiques constituent un instrument important pour une gestion durable de certaines pêcheries; plaide, par conséquent, pour que cette mesure restrictive soit supprimée et que des crédits suffisants soient garantis pour les arrêts biologiques;